Soms wordt de behoefte om naar een grote stad te gaan onbedwingbaar. Waarom? Geen idee. Misschien heeft het te maken met wat de Duitsers zo treffend ‘Tapetenwechsel’ noemen, een verandering van decor. Weggaan voelt op sommige momenten als een bevrijding. Je stapt uit de dagelijkse routine in een andere wereld. Weg van alledag. Op naar Parijs! Volgens actrice Audrey Hepburn (1929-1993) is “Paris always a good idea”. Ze had gelijk. Parijs voelde als een perfect plan om de boel de boel te laten en me een paar dagen te laven aan ‘La Vie Parisienne’ met een hoofdrol voor het goede leven. Het is onnodig om de loftrompet te steken over Parijs. In feite is die stad één groot cliché. Parijs is frivool, chique en magnifiek. Maar ze toont zich ook als een soort openluchtmuseum dat bijna ontoegankelijk is geworden voor mensen met een smalle beurs. Natuurlijk weet ik dat het lang niet allemaal goud is dat blinkt, dat er een onoverbrugbaar gat gaapt tussen de buitenwijken en het 16e arrondissement. De tegenstellingen zijn groot. Enfin. Per TGV suisde ik Gare du Nord binnen. Ik ging om me over te geven aan al dat moois dat Parijs te bieden heeft. Om niet lukraak te lopen had ik vooraf met potlood een lijstje gemaakt van plekken die ik wilde zien. Ik geniet ervan om in een stad stevige stappen te zetten. Dus aan die 10.000 ben ik ruimschoots toegekomen. Eén dag zelfs het dubbele aantal. Een aangenaam stijlvol hotel had ik gevonden in Le Marais. Hôtel Bourg de Tibourg bleek een uitvalsbasis par excellencevoor verkenningstochten langs exquise restaurants, chique boetieks en bijzondere galerieën. Ik slenterde over de Place des Vosges en liep naar het ‘Musée Picasso’. Op 8 april is het vijftig jaar geleden dat Pablo Picasso overleed. Op tal van plekken ter wereld, waaronder in het Centre Pompidou, zullen tentoonstellingen als eerbetoon zijn tijdloze werk tonen. Ik doorkruiste Saint-Germain, het door toeristen overlopen Quartier Latin en bekeek enkele galerieën aan die veel bezongen ‘Rive Gauche’. ‘Stadslucht maakt vrij’, zo wordt vaker gezegd. Als ik rondloop in de stad en me laat leiden door al die visuele prikkels om me heen snap ik wat er met die oude uitdrukking wordt bedoeld en overvalt ook mij een aangenaam gevoel van vrijheid. Parijs ademt nog altijd de prikkelende geest van ‘laissez aller’; een stad waar het leven bedoeld is om te worden gevierd. Hoewel die beroemde aura rondom Piaf, Brel en schrijvers en denkers als Sartre, Camus en de Beauvoir tot het verleden behoort. En ook de jazzscene anno nu niet meer is wat ze ooit was, proef je toch nog die typerende melancholie die uit de bekende chansons opstijgt. Al lopend kwamen de liedjes in mij op. Staand op de Place Dauphine hoorde ik Paris s’eveillevan Jacques Dutronc in mijn hoofd en op de Boulevard Saint-Michel kon ik het niet weerstaan om een stukje van where do you go to my lovely, van Peter Sarstedt te zingen. Parijs, zo is bekend, is een groot songbook. Uit bewondering voor een van ‘s werelds bekendste lyrische sopranen wilde ik een bezoek brengen aan de Allée Maria-Callas aan de Avenue Georges-Mandel. Maria Callas (1923-1977) raakt in mij telkens een gevoelige snaar. Veel heb ik door de jaren heen over haar gelezen. Callas’ ongekende successen en tragische levensloop spreken tot mijn verbeelding. Als zangeres en vrouw ontroert ze me al vrijwel mijn hele leven. Om nog een tijdje in de muziek te blijven had ik een kaartje weten te bemachtigen voor de ‘Philharmonie de Paris’ met de Finse sterdirigent Klaus Mäkelä op de bok en Janine Jansen als fenomenale soliste in Jean Sibelius’ ‘Concerto for Violin’. Het was fantastisch om dit concert op die bijzondere locatie mee te maken. Een dag later wandelde ik door het Bois de Boulogne richting de Fondation Louis Vuitton. Het was prachtig om over de diverse dakterrassen te lopen terwijl je de skyline van stad in de verte zag. Vanuit de brede boulevards rondom de Trocadero en de Place de la Concorde begaf ik me later die middag richting Madeleine en Opéra Garnier. Het verschil in beleving van de smalle kronkelige staatjes in Le Marais en de brede boulevards zoals de Boulevard Haussmann met de grote appartementenblokken en ruime elegante pleinen is groot. Dat maakt de stad juist zo boeiend. Je ervaart diverse dimensies. Om de laatste middag in stijl af te ronden was ik naar het Centre Pompidou gegaan voor een late lunch in restaurant Georges. Vanaf het dak van het Centre Pompidou, waar het hippe restaurant is gevestigd, heb je een prachtig uitzicht over Parijs met de Eiffeltoren in de hoofdrol. Beter kun je, volgens mij, een paar dagen Parijs niet afsluiten. Parijs bleek inderdaad, zoals Audrey Hepburn al stelde, een goed idee. Nee, een geweldig idee. Parfait!
Ik kom terug. Paris, Je reviens.
1 Comment
|
AuthorJanine Kitzen Archives
March 2024
Categories |